Programma 2 Iedereen doet mee
PR02 Iedereen doet mee | Jaarrekening 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Verschil 2023 - 2022 | |
Lasten | |||||
T42 | Onderwijshuisvesting | 2.095 | 2.600 | 2.225 | -375 |
---|---|---|---|---|---|
T43 | Onderwijsbeleid en leerlingzaken | 3.579 | 3.954 | 3.124 | -830 |
T51 | Sportbeleid en activering | 448 | 433 | 443 | 10 |
T61 | Samenkracht en burgerparticipatie | 6.527 | 7.846 | 7.555 | -291 |
T62 | Toegangsteams | 2.058 | 3.593 | 4.009 | 416 |
T63 | Inkomensregelingen | 21.852 | 21.675 | 20.087 | -1.588 |
T64 | Begeleide participatie | 9.370 | 8.446 | 8.110 | -336 |
T65 | Arbeidsparticipatie | 2.411 | 3.136 | 2.927 | -209 |
T66 | Maatwerkvoorzieningen (WMO) | 1.279 | 1.621 | 1.668 | 47 |
T671 | Maatwerkdienstverlening 18+ | 12.803 | 13.420 | 12.153 | -1.267 |
T672 | Maatwerkdienstverlening 18- | 10.001 | 9.151 | 11.875 | 2.724 |
T681 | Geëscaleerde zorg 18+ | 1.483 | 1.733 | 2.279 | 546 |
T682 | Geëscaleerde zorg 18- | 1.173 | 1.117 | 1.376 | 259 |
T71 | Volksgezondheid | 2.349 | 2.409 | 2.431 | 22 |
Totaal lasten | 77.428 | 81.134 | 80.262 | -872 | |
Baten | |||||
T42 | Onderwijshuisvesting | 202 | 209 | 204 | -5 |
T43 | Onderwijsbeleid en leerlingzaken | 2.421 | 2.498 | 1.769 | -729 |
T51 | Sportbeleid en activering | 60 | 0 | 0 | 0 |
T61 | Samenkracht en burgerparticipatie | 893 | 926 | 927 | 1 |
T62 | Toegangsteams | 148 | 215 | 0 | -215 |
T63 | Inkomensregelingen | 18.473 | 15.078 | 13.894 | -1.184 |
T64 | Begeleide participatie | 0 | 0 | 0 | 0 |
T65 | Arbeidsparticipatie | 179 | 449 | 433 | -16 |
T66 | Maatwerkvoorzieningen (WMO) | 0 | 0 | 0 | 0 |
T671 | Maatwerkdienstverlening 18+ | 690 | 424 | 428 | 4 |
T672 | Maatwerkdienstverlening 18- | 0 | 0 | 0 | 0 |
T681 | Geëscaleerde zorg 18+ | 1.380 | 3.632 | 3.689 | 57 |
T682 | Geëscaleerde zorg 18- | 0 | 0 | 0 | 0 |
T71 | Volksgezondheid | 72 | 18 | 0 | -18 |
Totaal baten | 24.518 | 23.449 | 21.344 | -2.105 | |
Totaal saldo van baten en lasten | 52.910 | 57.684 | 58.917 | 1.233 |
Hieronder worden de belangrijkste verschillen tussen begroting 2023 en 2022 toegelicht. De kapitaallasten (zie 2.4.1), personele lasten (zie 2.4.2) en vastgoedmutaties (zie 1.3.8) worden hierbij buiten beschouwing gelaten. | |||
TV | Omschrijving | Voordeel | Nadeel |
---|---|---|---|
T42 | Op basis van besluitvorming over huisvesting van de vrije school en de basisschool Altweerterheide waren in 2022 eenmalig ten laste van de reserve huisvesting onderwijs budgetten voor vervoer en eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair van in totaal € 316.000 geraamd Deze mutatie is budgettair neutraal. | 316 | |
T43 | In 2022 is ten laste van de algemene reserve een budget van € 125.000 beschikbaar voor experimenteerruimte onderwijs. In 2023 is hier geen budget voor beschikbaar. Het is een budgettair neutraal verschil. | 125 | |
In 2022 heeft de gemeente Weert een eenmalige rijksbijdrage ontvangen voor het 'Nationaal Plan Onderwijs' (NPO) van € 477.000. Voor dit bedrag werd ook een uitgavenbudget opgenomen. | 477 | 477 | |
De uitgaven voor onderwijsachterstandenbeleid dalen in 2023 met € 288.000. De hoogte van deze uitgaven is gelijk aan de rijksbijdrage die hiervoor wordt ontvangen, waardoor er geen budgettaire gevolgen zijn | 288 | 288 | |
T61 | In 2022 is ten laste van de algemene reserve eenmalig een bedrag van € 125.000 beschikbaar gesteld voor herijking van de maatschappelijke voorzieningenstructuur. Door de aanwending van de algemene reserve is het een budgettair neutraal verschil. | 125 | |
De bijdrage aan gemeenschappelijke regeling Omnibuzz is € 86.000 hoger dan in 2022. Dit wordt veroorzaakt door indexering, een dempend vervoerseffect als gevolg van corona in de eerste maanden van 2022 en een teruggaaf in 2022 op basis van de jaarrekening 2021 van Omnibuzz. | 86 | ||
T62 | In de raadsvergadering van juni jl. is voor 2023 afgerond € 419.000 beschikbaar gesteld ten laste van de algemene reserve. Dit is daardoor een budgettair neutrale mutatie. | 419 | |
Het koplopersproject cliëntondersteuning loopt tot en met 2022. De voor dit project in 2022 nog opgenomen ramingen voor zowel de rijksvergoeding als de te maken kosten komen in 2023 te vervallen. De mutatie is neutraal voor de begroting 2023. | 215 | 215 | |
T63 | De raming voor subsidie Centrum voor Jeugd en gezin (CJG) op dit taakveld stijgt op basis van de aanvraag 2023 met € 118.000. Dit is vooral een gevolg van reguliere salarisindexering, die als gevolg van de nieuwe cao aanzienlijk is. | 118 | |
Als gevolg van een krappe arbeidsmarkt stijgt de instroom in de bijstand minder hard dan verwacht. Ultimo juni 2022 ontvingen 806 huishoudens een bijstandsuitkering. Door de Oekraïense vluchtelingenstroom zal een aantal gezinnen wellicht een beroep gaan doen op een bijstandsuitkering zodra zij geen gebruik meer kunnen maken van de landelijke leefgeldregeling die tot 1 oktober 2022 van kracht is (en wellicht verlengd wordt tot het einde van het jaar). In de raming is uitgegaan van een toename met 10 uitkeringen in de tweede helft van 2022 en daarna een jaarlijkse toename met 15. Verder wordt er rekening gehouden met lagere bijstandskosten als gevolg van doorstroom naar loonkostensubsidie en als gevolg van het beleids- en actieplan integratie en participatie van statushouders (looptijd tot en met 2022). Op basis van het bovenstaande daalt de raming in 2023 met € 912.000. | 912 | ||
Loonkostensubsidie wordt verstrekt aan werkgevers die mensen met verminderde loonwaarde in dienst nemen. Ultimo mei 2022 zijn dat 115 personen. Er wordt uitgegaan van een jaarlijkse instroom van 14 personen. De toename ten opzichte van 2022 is € 200.000. | 200 | ||
In de slotwijziging 2021 is het restantbedrag voor uitvoeringskosten Tozo overgeheveld naar 2022. In 2023 is hiervoor geen raming opgenomen, wat een voordeel van € 437.000 veroorzaakt. Dit is budgettair neutraal, omdat het bedrag in 2022 wordt onttrokken aan de algemene reserve. | 437 | ||
Ondernemers kunnen een beroep doen op het bedrijfskrediet (regeling BBz-bedrijfskredieten). Daarnaast is voor zelfstandigen de Bbz-regeling beschikbaar (Besluit bijstand zelfstandigen). De verwachting is dat de verstrekte leningen voor beide regelingen in 2023 € 245.000 lager zijn dan in 2022. In 2022 werd nog rekening gehouden met een stijging als gevolg van corona. Deze mutatie is budgettair neutraal omdat er tot hetzelfde bedrag lagere baten tegenover staan (uitgangspunt is dat de leningen volledig worden terugbetaald). | 245 | 245 | |
De raming voor bijzondere bijstand neemt toe met € 115.000. Verwacht wordt dat het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand stijgt omdat door de energietoeslag meer gezinnen in beeld zijn gekomen die recht hebben op een aantal regelingen binnen de bijzondere bijstand. | 115 | ||
Door een daling van het aantal huishoudens met een IOAW-uitkering (inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) in 2022 wordt de raming voor 2023 op dit onderdeel verlaagd met € 100.000. | 100 | ||
Het zogenaamde BUIG-budget (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten) voor de bekostiging van de uitkeringen wordt vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In april 2022 zijn de nadere voorlopige budgetten bekend gemaakt: dit is een tussenstand, het definitieve budget 2022 wordt later in het jaar vastgesteld. Op basis van het nadere voorlopige budget 2022 (meest actuele informatie) dalen de inkomsten met € 883.000. | 883 | ||
T64 | De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Risse neemt af met € 336.000. Deze bijstelling is nagenoeg helemaal budgettair neutraal omdat er lagere inkomsten vanuit de algemene uitkering tegenover staan (deze worden volledig doorbetaald, daling met € 244.000) en een lagere aanwending van de algemene reserve met betrekking tot de "eerste" aanvulling van de gemeentelijke bijdrage aan de Risse (daling met € 87.000, 2023 is het laatste jaar van deze "eerste" aanvullende bijdrage). | 336 | |
T65 | Het beleids- en actieplan integratie en participatie van statushouders heeft een looptijd tot en met 2022. In 2022 waren de hiervoor geraamde lasten € 273.000 waarvan € 100.000 gedekt wordt uit de algemene reserve (dit gedeelte is daardoor budgettair neutraal). In 2023 zijn geen ramingen opgenomen. | 100 | |
173 | |||
T62 T66 T671 T672 T681 T682 | Algemeen | nvt | nvt |
T62 T66 T671 | Wmo | 544 | |
T62 T672 T682 | Jeugdhulp | 3.100 | |
T62 T671 T681 | Voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang wordt samengewerkt met de gemeenten in Noord- en Midden-Limburg. Elke gemeente legt zijn middelen in de ‘regionale pot’. Daaruit worden de regionale kosten betaald voor zorg en uitvoering. Het saldo van de ‘regionale pot’ wordt verdeeld onder gemeenten op basis van een verdeelsleutel. De gemeenten dienen hiervan een aantal taken te bekostigen. Na raming van de uitgaven die gepaard gaan met deze taken (toegang, zorgkosten, investering lokale sociale basis) resulteert dit in de begroting 2023 in een positief saldo. Dit saldo bedraagt in 2023 bijna € 1,9 miljoen (een stijging met ruim € 500.000 ten opzichte van 2022) en wordt op basis van besluitvorming eind 2021 door de raad in de begroting 2023 budgettair neutraal verwerkt. Dit bedrag kan worden ingezet om afwijkingen van de ramingen voor zorg- en uitvoeringskosten op te vangen, omdat er onzekerheden in die ramingen zijn door beperkte ervaringscijfers. | 549 | 549 |
Op taakvelden T61, T63 en T671 was in 2022 een totaalbedrag van afgerond € 650.000 beschikbaar voor Coronacompensatie. Dit is een budgettair neutraal verschil omdat er in 2022 de rijksvergoeding via de algemene uitkering (€ 241.000) en een budgetoverheveling uit 2021 (€ 409.000) beschikbaar is. | 650 | ||
Kapitaallasten (zie 2.4.1) | 84 | ||
Personele lasten (zie 2.4.2) | 131 | ||
Vastgoed (zie 1.3.8) | 7 | ||
Overige | 89 | ||
Totaal | 5.682 | 6.915 | |
Saldo | 1.232 | ||
De bedragen met een kleur betreffen budgettair neutrale mutaties. Het zijn voor- of nadelen voor dit programma, maar hebben op concernniveau een budgettair neutraal effect. |